maandag 5 december 2011

De sage van de Echoput

Ansichtkaart van De Echoput (Collectie CODA)

Van d'Aardmansberg en d'Echoput.

"Sinds jaar en dag woonde in den Aardmansberg een klein kwaadaardig kereltje. Overdag is hij nooit gezien, maar 's nachts spookte hij rond op de heide en deed den niets kwaads vermoedenden voorbijganger plotseling schrikken door op den weg te springen, of, achter een struik of boom verborgen, op eenmaal een harden schreeuw te geven.

Daar bleef het vrijwel bij, want veel meer dan den menschen schrik aanjagen kon hij niet, en hij vond daar blijkbaar een bizonder genoegen in. Een enkele maal zag men hem wel eens over de hei strompelen op zijn kleine kromme beentjes, of een takkenbos voortslepen naar zijn woning, die diep onder in den Aardmansberg is en uit vele gangen en vertrekken bestaat. De menschen hebben dikwijls naar den ingang gezocht, maar ze hebben dien nooit kunnen vinden. Of hij binnen komt door een konijnenhol ergens in een kuil onder dichte hei verborgen, of dat hij door een tooverspreuk de macht bezit de deur te doen veranderen in een steen, is niet met zekerheid uitgemaakt, want de een zegt dit en de ander dat.

~

Nu wilde het toeval, dat men ongeveer een eeuw geleden, aan den voet van den Aardmansberg een diepen put ging graven. Het duurde heel lang eer men water had. Toch gaf men den moed niet op, en vond eindelijk na 232 voet diep gegraven te hebben, overvloedig en zuiver water. Toen de put klaar was, kwam men tot de ontdekking dat die toevallig was gegraven vlak boven de bron van den aardman, waarbij zich ook de keuken bevond, en zoo kwam men er achter, dat de aardman getrouwd was, maar z'n vrouw altijd in de keuken opgesloten hield.

Zij is de dochter van Lucht en Aarde en werd Echo genoemd. Zij moet vroeger een heel mooi meisje geweest zijn, alleen wat babbelachtig en altijd om een praatje verlegen.
Op een keer kon ze het thuis niet meer uithouden, omdat Aarde, haar moeder, nooit iets zei, en haar vader, Lucht, nooit een goed woord voor haar over had. Als ze hem iets vroeg, dan floot hij door den deurkier, bulderde in den schoorsteen, of antwoordde in het geheel niet. Zoo kwam het dat ze, na haar vader weer eens iets gevraagd, en weer geen antwoord gekregen te hebben, wanhopig het ouderlijk huis ontvluchtte. Bij den Aardmansberg ontmoette ze toen den kleinen plaaggeest, die meteen verliefd op haar werd en tegen zijn gewoonte in, vriendelijk met haar keuvelde. Echo, die thuis niet veel gewend was en hem een aardigen, vriendelijken vrijer vond, trouwde zoo maar subiet met hem. 

In het eerst ging alles goed, en leefden ze samen heel gezellig in het ruime verblijf onder in den berg; maar weldra kwam de oude aard van den dwerg weer boven; lang kon hij de comedie van liefhebbend echtgenoot niet volhouden. Al spoedig was het: Echo, houdt je mond, ik houd niet van al dat lawaai in m'n huis. Dan zweeg het praatzieke, maar vriendelijke vrouwtje een poos, tot ze, er niet meer aan denkend, opnieuw begon te snappen. 

Het werd een voortdurend geharrewar tusschen die beiden, totdat de kwaadaardige aardman haar eindelijk in de keuken opsloot en haar op doodstraf verbood te spreken, als haar niets werd gevraagd, en dan slechts te antwoorden met heel weinig woorden. Dit was een vreeselijke straf voor de lieve, ongelukkige Echo. Ze vermagerde en verkwijnde, zoodat alleen de stem van haar overbleef. Die stem antwoordt nog alléén als men haar iets vraagt, maar ze zal nooit het eerst spreken.

En wie niet gelooven wil, wat hier allemaal van haar geschreven staat, moet haar zelf maar eens vragen:
"Hoe heette uw vader, dien ge zijt ontvlucht?"
En ze zal antwoorden: "Lucht".
"Hoe heette de moeder die je baarde?"
"Aarde."
"Hoe was de Aardman toen ge met hem zijt getrouwd?"
"Oud".
"Houdt je van hem ja of neen?"
"Neen".
Nu, en als een vrouw zoiets ronduit zegt, dan moet het wel heel erg zijn, en het zou onkiesch wezen om er verder op in te gaan."

Uit: Gust. van de Wall Perné, Veluwsche Sagen, Amsterdam 1909 (eerste bundel), pp. 50-54.



De Echoput bestaat echt en werd gegraven tussen 1809 en 1811 in opdracht van Lodewijk Napoleon. De put werd in 1882 al beschreven als een toeristische trekpleister in het boek Wandelingen door Nederland van J. Craandijk. In de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw gingen vele schoolreisjes naar deze plek toe en was de Echoput een ware attractie met jaarlijks meer dan 90.000 bezoekers. Van de Wall Perné's sage heeft zeker aan de populaire mythevorming van de Echoput bijgedragen. 

De put wordt 17 december a.s. nog eenmaal opengesteld wegens het 200 jarig bestaan. CODA heeft tevens in samenwerking met hotel-restaurant De Echoput in Hoog Soeren een aantrekkelijk arrangement samengesteld; speciaal bij de Van de Wall Perné-tentoonstelling. Treedt voor een paar winterse dagen in de Veluwse voetsporen van Gust met een luxe verblijf in De Echoput, bezoek aan de Van de Wall Perné-tentoonstelling, een exemplaar van het bijbehorende boek en nog veel meer, voor een mooi prijsje.

Meer over het Van de Wall Perné-arrangement is hier te vinden.