zondag 26 februari 2012

Gust van de Wall Perné: het vervolg

Gust van de Wall Perné, Een passie, ca. 1907. Verblijfplaats onbekend

Van 5 november 2011 t/m 26 februari 2012 was in CODA Museum Apeldoorn de tentoonstelling 'Gust van de Wall Perné - Nieuwe Kunst rond 1900' te zien. Voor het eerst sinds 1912 en precies honderd jaar na zijn vroege overlijden werd er een groot overzicht van Van de Wall Perné's veelzijdige werk getoond. Bij de expositie verscheen een gelijknamige publicatie die nog te verkrijgen is in de CODA-webwinkel.  

Deze tentoonstelling en publicatie zijn voor gastconservator en auteur Annemiek Rens echter niet een eindpunt in haar onderzoek naar Gust van de Wall Perné. Zij zal haar zoektocht naar informatie en vooral naar werk van de kunstenaar voort blijven zetten met het doel in de toekomst een uitgebreidere studie te verwezenlijken. Er moeten zich nog veel 'vergeten' werken op stoffige zolders bevinden waarvan men zich niet bewust is iets bijzonders in huis te hebben. Het gaat bijvoorbeeld om kunstwerken zoals bovenstaand schilderij, waarvan we het bestaan slechts kennen door een eigentijdse afbeelding. Daarnaast is het goed mogelijk dat er nog meubels opduiken of textielkunst of grafiek. Maar denk ook aan foto's, brieven of ander persoonlijk materiaal van de kunstenaar. Mocht u zoiets op het spoor komen dan vraag ik u van harte contact op te nemen via mail@annemiekrens.nl (www.annemiekrens.nl). Met dank!

woensdag 15 februari 2012

Raakvlakken in een bosgezicht van Gust van de Wall Perné en Piet Mondriaan

Gust van de Wall Perné, Boslandschap, z.j. Particuliere collectie

Gastblog van Wietse Coppes - assistent-conservator De Stijl archieven en collecties RKD (Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie) Den Haag

Als assistent-conservator van de De Stijl archieven en collecties van het RKD houd ik mij zowat dagelijks bezig met het leven en werk van Piet Mondriaan. Het is dan ook niet vreemd dat mijn aandacht bij de Van de Wall Perné tentoonstelling in CODA met name is gericht op de raakvlakken met het werk van Mondriaan.
Sint Lucas
Beiden waren actief in het Amsterdamse kunstenaars milieu van net na de vorige eeuwwisseling. Hoewel er geen brieven bewaard zijn gebleven die hun vriendschap documenteren, zijn er wel enkele foto's overgeleverd van de legendarische feesten van de kunstenaarsvereniging Sint Lucas, waarop zowel Van de Wall Perné als Mondriaan zijn te ontwaren. Sint Lucas speelde in het leven van beide kunstenaars een belangrijke rol. Mondriaan was omstreeks 1905 enige tijd archivaris van de vereniging en werd in die hoedanigheid opgevolgd door de vijf jaar jongere Van de Wall Perné.
In deze periode woonde en werkte Mondriaan op de zolderverdieping van het Rembrandtplein nummer 10, het adres waar ook de kunstenaarsvereniging Sint Lucas was gevestigd. Mondriaan zal dan ook een vaste gast zijn geweest op openingen en bij andere verenigingsactiviteiten. Een vereniging is de plek bij uitstek waar kunstenaars met elkaar in debat kunnen gaan over materiaal, techniek, onderwerp en uitvoering van hun stukken. Ook Mondriaan en Van de Wall Perné zullen regelmatig gesprekken hebben gevoerd over hun motieven en hoe ze deze het beste konden weergeven, misschien zelfs wel tot diep in de nacht op het zolderatelier van Mondriaan.

Bosgezicht van Van de Wall Perné
Al dwalende door de – fraai vormgegeven – tentoonstelling valt mijn oog op Van de Wall Perné's Bosgezicht van ca. 1906. Het doet mij ogenblikkelijk denken aan Mondriaans schilderij Bos bij Oele uit de collectie van het Gemeentemuseum Den Haag, dat wordt gedateerd in 1908. Beide schilderijen hebben exact hetzelfde onderwerp: een beeldvullend boslandschap met licht dat van achteren door de bomen schijnt. Het lijkt erop dat de werken zijn ontstaan tijdens een zonsondergang of zonsopkomst, wanneer het licht haar maximale mysticiteit bereikt. Het is van Mondriaan bekend dat hij graag schilderde gedurende deze uren, omdat de details in het landschap dan vervagen ten faveure van het grotere geheel; de algehele compositie. De details zouden maar afleiden van waar het hem echt om ging: het overbrengen van een ervaring.
Ondanks de gelijkenis in onderwerp, verschilt de uitvoering van de werken sterk van elkaar. Van de Wall Perné lijkt zich te hebben opgesteld te midden van de bomen en schildert het mystieke licht dat door het dichtbegroeide bos zichtbaar is aan de horizon. Hij bouwde de compositie doordacht op, door de streep licht aan de horizon te benadrukken middels het gebruik van gesublimeerde, matte tinten loodwit. Het doet ons verlangen naar de majestueuze zonsondergang, die zich aan de rand van het bos voltrekt. De kruinen van de verste bomen schilderde hij als een tweede horizon, waarboven het licht weer ruimte krijgt om door te dringen tot de kijker. Meer diffuus op deze plek, zodat de aandacht niet te veel wordt afgeleid van de zonsondergang aan de horizon. Boven deze tweede strook met licht schilderde Van de Wall Perné de kruinen van de bomen die zich het dichtste bij de beschouwer bevinden, waarmee hij het beeldvlak aan de bovenzijde afsluit. De zich herhalende verticale boomstammen geven het werk ritme. De verste rand van het bosperceel loopt van rechts naar links af en zorgt ervoor dat de beschouwer bij de les blijft. Deze beweging wordt voor in het beeldvlak herhaald in de begroeiing van de grond aan de voet van de voorste bomen.

Piet Mondriaan, Bos bij Oele, 1908. Collectie Gemeentemuseum Den Haag
Bos bij Oele
Het kleurgebruik van Van de Wall Perné blijft dicht bij de veronderstelde realiteit. Hij drukt de ervaring van de ondergaande zon in het bos uit door middel van de compositie en door het slimme gebruik van licht donker effecten. Hoe anders is dit in Mondriaans schilderij Bos bij Oele.
Ten eerste zijn er (geringe) verschillen in compositie waarneembaar, tussen de bosgezichten van Van de Wall Perné en Mondriaan. Zo stelde de laatste zich niet op te midden van de bomen, maar koos hij voor een standpunt iets verder weg, aan de overkant van een plas dat hem lijkt te scheiden van de boszoom. Hij creëert hiermee een afstand tot de voorste bomen, die hij zacht laat weerspiegelen in het water, een geliefd thema in het vroege werk van Mondriaan. Bovendien gebruikt hij deze 'aanloop' tot de bosrand om een horizontaal accent aan te brengen dat sterk contrasteert met de sterk aanwezige verticaliteit van de bomen daarboven. De aflopende horizon bij Van de Wall Perné is door Mondriaan ingeruild voor een opvallende geaccidenteerde overgang van land naar lucht. Beide kunstenaars passen deze truc toe om dynamiek in de compositie te brengen. Hoewel Mondriaan net als Van de Wall Perné de strook met het meest heldere licht precies boven de horizon schilderde, krijgt dit bij hem niet de meeste nadruk. Het licht aan de horizon – dat is opgezet in verticale penseelstreken van haast zuiver cadmiumgeel – is slechts een element in een compositie die voornamelijk bestaat uit horizontale en verticale penseelstreken van intense kleuren. Het onderwerp is totaal ondergeschikt gemaakt aan de uitvoering. Dit is het grote verschil tussen de hier besproken schilderijen.
Mondriaan voegde met zijn gebruik van roze, blauwe, paarse, gele, oranje, bruine, groene en rode penseelstreken een extra dimensie toe aan het schilderij. De realiteit maakt plaats voor een superrealiteit, waarin onderwerp en kleur samensmelten tot een nieuwe, haast abstracte eenheid. Het was zijn meest radicale schilderij tot dan toe en een van de eersten die hij presenteerde in een naar binnen vallende witte lijst. Deze lijst benadrukte nogmaals dat het hier niet ging om het nabootsen van de natuur, maar puur om de schilderkunst. Ceci n´est pas une fôret. Het schilderij was niet langer een raam op wereld, waardoor men naar een boslandschap keek, maar een autonome entiteit dat als kunstwerk kon bestaan zonder daarbij te hoeven refereren aan de waarneembare, ons omringende werkelijkheid. Verf was voor Mondriaan het uitdrukkingsmiddel om emoties en ervaringen op te roepen en te delen. Als kunstenaar was hij hiermee omstreeks 1908 verder dan Van de Wall Perné, die echter ook vijf jaar jonger was dan Mondriaan.


Tot slot
Door zijn vroegtijdige overlijden op 34-jarige leeftijd blijft het gissen tot welke grootse daden Van de Wall Perné wellicht in staat zou zijn geweest als hij zich was blijven ontwikkelen. Op het moment dat hij overlijdt aan loodvergiftiging (nota bene!) treft Mondriaan de laatste voorbereidingen voor zijn vertrek naar wat op dat moment de wereldhoofdstad van de kunst genoemd mag worden: Parijs. Behoudens een noodgedwongen ballingschap gedurende de eerste wereldoorlog zou Mondriaan niet meer terugkeren naar Nederland. De reis die uiteindelijk zou leiden naar wereldfaam begint voor hem op 20 december 1911 als hij zich uitschrijft  bij de gemeente Amsterdam. Slechts 7 dagen later overlijdt Gust van de Wall Perné in diezelfde stad om vervolgens in vergetelheid te raken. Dankzij Annemiek Rens is er nu bij CODA de gelegenheid om de vele kanten van deze onterecht 'vergeten' kunstenaar te herontdekken. Dit kan nog tot en met 26 februari...

woensdag 8 februari 2012

Beeld- en Mythevorming van de Veluwe


Wanneer je zo'n honderd jaar geleden als wandelaar de Veluwe ging ontdekken, kon er van alles op je pad komen: hopeloos verdwaald raken op de uitgestrekte heidevelden, dagenlang niemand tegenkomen of overvallen worden door struikrovers. Maar de bijgelovige mens kon zich ook nog eens druk maken over ronddwalende geesten en andere mythische figuren. De sagen van de Veluwe die ’s avonds bij het haardvuur door oude mannen en vrouwen verteld werden, zijn rond 1900 voor het eerst opgetekend.

Bovenstaande prent toont de sage van het ‘Ontstaan van het Uddeler- en het Bleeke Meer’: getekend en opgeschreven door Gust van de Wall Perné (1877-1911) in zijn eerste boekje Veluwsche Sagen uit 1909. Van de Wall Perné dwaalde van kinds af aan dagenlang op de Veluwe rond met schildersezel onder de arm en op zoek naar de mooiste landschappen en volksverhalen. Uit alles wat hij schilderde, tekende of schreef, spreekt die liefde voor het sprookjesachtige in het Veluwse land.

Schilders op de Veluwe
Maar Van de Wall Perné was natuurlijk niet de eerste die het gebied ontdekte. De schilder Johannes Warnardus Bilders (1811-1890) verbleef vanaf 1841 aan de Veluwezoom bij Oosterbeek. Rondom zijn persoon verzamelden zich verschillende jonge kunstenaars en samen trokken zij erop uit om koeien, Wodanseiken (eeuwenoude eiken, die van Bilders deze naam kregen) en heidevlakten te schilderen. Een nieuwe generatie Veluweschilders groepeerde zich aan het eind van de negentiende eeuw rondom Théophile de Bock (1851-1904) in de dorpen Renkum, Heelsum en Doorwerth. Het werk van De Bock en kunstenaars als Cornelis Kuypers en Barend Ferwerda kenmerkte zich door de steeds groter wordende invloed van de Haagse School en het Amsterdams impressionisme. Gelijktijdig was er ook op de Noordwest Veluwe een ‘schildersbent’ te vinden. De dorpen Nunspeet, Elspeet, Vierhouten en Heerde huisvestten vooral ’s zomers vele welgestelde families uit het westen, en velen van hen schilderden of dichtten. Naast talrijke amateurs waren er ook enkele professionele kunstenaars te vinden zoals de gebroeders Edzard en Arnold Koning, H.J. van der Weele en Jan van Vuuren. De typisch Veluwse natuur en de sterk gereformeerde boerenbevolking van deze streek waren een geliefd onderwerp.[1]

Andere wandelaars
Er waren ook botanici, schrijvers en predikanten die hun verhalen optekenden. Zo wandelde dominee Ottho Gerhard Heldring (1804-1876) in 1841 van Beekbergen naar Hoenderloo en bezocht onder andere het Uddelermeer en het Engelanderholt waarover hij verhalen had gehoord.  Een andere wandelaar was de predikant Jacobus Craandijk (1834-1912) die niet alleen de Veluwe verkende, maar zowat heel Nederland. Bij aanvang van een voettocht van Putten naar Apeldoorn waarschuwt hij de lezer:

“Wie ’t met ons doen wil, moet een open oog en een open hart hebben voor de natuur. Anders vindt hij ’t vervelend. Van vermoeijenis moet hij niet weten, want eens op de weg, moet hij voort. Aan tafelweelde moet hij niet verslaafd zijn, want op iets, wat naar een’ maaltijd gelijkt, heeft hij maar zeer weinig kans. Overigens dient hij zich goed te doordringen van de gedachte, dan een Veluwsch uur gansch iets anders is, dan een gewoon uur […]. Iedere gelegenheid, om zich omtrent de rigting te vergewissen, moet hij aangrijpen, want als hij Putten door is, heeft hij huis noch hut, mensch noch kind te verwachten, om den weg te vragen. Wie nu op deze dingen zich heeft voorbereid, die aanvaarde goedsmoeds den togt.”[2]

Schrijver Adriaan van Oordt (1865-1910) neemt het Veluwse als achtergrond voor zijn neoromantische verhalen Irmenlo (1896) en Warhold (1906).[3] En in de twintigste eeuw wordt folklorist en schrijver Jac. Gaazenbeek (1894-1975) bekend met zijn boeken over de Veluwe. Hij schrijft een eigen bewerking op de Veluwse sagen onder de titel Fluisteringen van het verleden in 1940.

In de voetsporen van Gust anno 2012
De lijst historische Veluweverkenners houdt hier nog lang niet op. Maar ook vandaag de dag valt er nog genoeg te ontdekken op de Veluwe en zijn de uitgestrekte zandvlakten nog steeds groot genoeg om je alleen op de wereld te wanen. Speciaal bij de tentoonstelling ‘Gust van de Wall Perné – Nieuwe Kunst rond 1900’ stelde CODA, samen met het Fietsgilde Apeldoorn een route samen die je langs de plekken van Van de Wall Perné’s Veluwsche sagen voert. De route is gratis te downloaden via de CODA-site.

[1] In 2009 organiseerde CODA de tentoonstelling ‘Schilders op de Veluwe’ waar deze kunstenaars en hun werk in de aandacht gezet werden. Toen gemist? De tentoonstelling is nog digitaal te bezoeken via deze link.
[2]  Jacobus Craandijk, Wandelingen door Nederland met pen en potlood. Deel 4, Haarlem (H.D. Tjeenk Willink) 1879, p. 286. Alle wandelingen van Craandijk zijn digitaal ontsloten via DBNL.
[3] De eerder in deze blog aan bod gekomen muzikanten van Stormsterk maakten een eigen bewerking op het verhaal van Irmenlo: hier te beluisteren.


zaterdag 28 januari 2012

Fotoserie Mystieke bospaden


Pat Belgers (Trillend Huis) gaf de Van de Wall Perné-tentoonstelling en het bijbehorende boek met veel liefde vorm. Zelf inmiddels ook een groot fan van Gust trok Pat erop uit met camera om een bijzondere fotoserie te maken, geïnspireerd door de mystieke bospaden van Van de Wall Perné. 

De foto's zijn hier te bewonderen en -voor de liefhebber- te bestellen via mail@trillendhuis.com
Zie ook de website van het veelzijdige vormgevingsbureau Trillend Huis

dinsdag 10 januari 2012

Een bijzonder kostuumontwerp

  

Kostuumontwerper Ine Keitz ontwierp speciaal voor de CODA-tentoonstelling Verrassende Verwantschappen een japon geïnspireerd op Van de Wall Perné's Reformkleding. Deze week een gastblog van Keitz over haar inspiratie en ontwerp

Mijn kostuum voor de expositie van Gust van de Wall Perne is geïnspireerd op de Reformkleding. Van de Wall Perne en zijn vrouw waren begin twintigste eeuw actief betrokken bij de V.v.V.v.V. de Vereeniging voor Verbetering van Vrouwenkleeding.
Deze vereniging streed tegen het korset en voor vrijere, tijdloze en beweeglijker kleding voor vrouwen ; de zogenaamde Reformkleding.
De ontwerpers van de Reformkleding wilden tijdloze schoonheid van een eeuwig durend artistiek ideaalbeeld scheppen. Ze lieten zich inspireren door de wijdvallende Griekse gewaden, gebruikten lichte, makkelijk te wassen stoffen, japonnen zonder bont of veren of een onhandige sleep en hielden van batik, grove borduursels en voorsluitingen.
Vrouwen moesten zich goed kunnen bewegen, in hun kleding kunnen werken.
Veel van de manier waarop de Reformjaponnen zijn gemaakt heb ik gelezen in het artikel “Reformkleding omstreeks 1900: naar een nieuw kleedgedrag” van C. Schnitger, een tip van kunsthistoricus Annemiek Rens, en de details heb ik van dichtbij tijdens de expositie “Mode houdt van Kunst” in het Gemeentemuseum Den Haag kunnen bewonderen.
Met allemaal 2e hands textiel in paars- en groentinten, de kleuren die veelvuldig in de Reformkleding terug komen, heb ik historische belijningen gecombineerd met hedendaagse materialen.  Een hippe capuchonsjaal, een afritsbare sleep en afneembare sjerpen met sportstrepen brengen verleden en heden samen.

Ine Keitz